De coronacrisis vraagt aanpassingen van het onderwijs. Waar moet u als school rekening mee houden? Hier vindt u vragen en antwoorden over examinering. De vragen en antwoorden worden steeds geactualiseerd en aangevuld. Kijk daarom regelmatig op deze pagina!
Een mbo-student die door de coronacrisis nog één of enkele kleine vakken niet heeft kunnen afronden voor 1 september 2021 dan wel in de afronding van beroepspraktijkvorming zit en dat wel voor 1 januari 2022 kan doen, kan door een hogeschool toch al worden toelaten tot een hbo-opleiding. Na mbo-diplomering vindt dan formele inschrijving plaats. Als de student het mbo-diploma niet voor 1 januari 2022 behaalt, zal hij/zij alsnog de hbo-opleiding moeten afbreken.
Vindt het examen tijdens de BPV plaats, dan gelden studenten als werknemers en zijn op hen de regels van toepassing die ook gelden voor de andere werknemers. Hebben die geen coronatoegangsbewijs nodig, dan mag de student daar ook niet om gevraagd worden. Voor externe gasten van deze publieke gelegenheden – die bijvoorbeeld tijdens het examen als model of klant fungeren - is altijd een coronatoegangsbewijs verplicht. Als het bedrijf alleen als examenlocatie wordt gebruikt, kan er wel een coronatoegangsbewijs worden gevraagd. Indien de student hierover niet beschikt, moet de school zorgen voor een alternatieve mogelijkheid om examen te doen.
Ja, dit kan maar is uiteraard geheel afhankelijk van het type examen en hetgeen geëxamineerd wordt. Vaak vraagt dit een aanpassing van het exameninstrument. Bovendien is garantie nodig dat de student ‘geen hulp krijgt’ (authenticiteit). Er zijn geen specifieke landelijke richtlijnen hoe de kwaliteit wordt geborgd. Dit is de verantwoordelijkheid van de school en kan per type examen verschillen. De examencommissie moet later goed kunnen verantwoorden, waarom zij een bepaalde werkwijze acceptabel vindt (betrouwbaar, valide, transparant en vooral het issue authenticiteit verantwoorden). Dit vraagt een zorgvuldige wijze van communiceren, afstemming tussen bestuur, onderwijsteams, examencommissie en indien van toepassing examenleverancier.
Ja, dat kan als examinering op het leerbedrijf niet mogelijk is. Volg ook bij dit alternatief corona-maatregelen en bekijk op basis daarvan wat er mogelijk is. Dit vraagt een aanpassing (van de toepassing) van het exameninstrument. Stem hierover af met de examencommissie.
Als een keuzedeel niet met een examen kan worden afgesloten, is er geen resultaat om te vermelden op de cijferlijst, behorend bij het diploma. Dit wordt uiteraard ook niet op het diploma zelf vermeld, aangezien niet behaald. Het is raadzaam dit wel aan te tekenen in het diplomadossier van de student. Aangezien er geen resultaat is kan ook geen resultaat van keuzedeel worden meegenomen naar een vervolgopleiding. Dit betekent dat op basis van het behaalde diploma geen vrijstelling zal zijn gebaseerd op betreffende keuzedeel.
Nee, voor deze groep studenten is de hoogte van het behaalde resultaat van geëxamineerde keuzedelen niet van invloed op diplomering. Het behaalde resultaat wordt wel vermeld op de resultatenlijst.
Let op: voor studenten die vanaf het studiejaar 2020-2021 zijn gestart met een opleiding, maar na 1 oktober 2022 diplomeren, telt de hoogte van het behaalde resultaat voor het keuzedeel of de keuzedelen wél mee. Keuzedelen moeten dan geëxamineerd worden. Dit is conform artikel 17 van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB zoals geldend per 1 augustus 2020.
Nee. In dit geval is er vanuit de AVG bezien sprake van een ‘gerechtvaardigd belang van de school’ en is toestemming niet nodig. In sommige online programma’s – zoals Teams - is het geven van toestemming ingebouwd. In dat geval moet in dat programma toestemming gegeven worden door de student.