De coronacrisis vraagt aanpassingen van het onderwijs. Waar moet u als school rekening mee houden? Hier vindt u vragen en antwoorden over student en stages. De vragen en antwoorden worden steeds geactualiseerd en aangevuld. Kijk daarom regelmatig op deze pagina!
Ja dat mag: zie servicedocument aanpak Corona mbo. De huidige crisis zet de bestaande regelgeving, waaronder de cao, niet opzij maar kan worden overruled door overheidsrichtlijnen of –adviezen. Wordt de stagiair gevraagd als vrijwilliger te helpen in bijvoorbeeld een zorginstelling, dan dient de zorginstelling voor deze relatie aparte afspraken te met de student, bijvoorbeeld over aansprakelijkheid. De zorginstelling zorgt dat het voor de student duidelijk is dat aan deze vrijwillige werkzaamheden geen beoordeling is gekoppeld en dat het geen voortzetting betreft van eerder gevolgde onderwijsactiviteiten.
De huidige crisis heeft geen gevolgen voor de praktijkovereenkomsten voor bol en bbl. Die blijven gewoon gelden. Wordt de bpv tijdelijk stilgelegd, dan kan de praktijkovereenkomst ongewijzigd in stand blijven. Wordt de bpv stopgezet, dan dient het leerbedrijf of de school de praktijkovereenkomst op te zeggen.
Ook tijdens de coronacrises gelden de volgende regels. Het leerbedrijf is primair verantwoordelijk voor de veiligheid van de student tijdens de stage omdat een stagiair op dit punt wordt gelijkgesteld met een werknemer. De school heeft een aanvullende zorgplicht: de school begeleidt de stage en is beschikbaar bij vragen, of voor signalen van studenten, Bij misstanden dient de school de stage te beëindigen, SBB in te schakelen en een vervangende stage te zoeken. Zie hiervoor ook het servicedocument Praktijkovereenkomst van de MBO Raad.
Voor bpv-vertraging: zie het servicedocument aanpak Corona mbo. Studievertraging met betrekking tot het begeleide onderwijs moet in beginsel worden ingehaald tenzij dit op grond van overheidsrichtlijnen of studievoortgangsregeling van de school zelf anders is geregeld. Zie ook FAQ Toetsing en examinering.
Ja, de reguliere begeleiding kan doorgaan zolang de regel is dat onderwijs bij de leerbedrijven kan doorgaan (zie servicedocument aanpak Corona mbo) en het leerbedrijf hier geen bezwaar tegen heeft. Het heeft wel de voorkeur om een andere vorm te kiezen voor de begeleiding, bijvoorbeeld telefonisch of via skype.
Scholen spannen zich in om het afstandsonderwijs zo in te richten dat het meten van presentie of deelname mogelijk is. Daarbij geldt wel dat scholen niet gehouden zijn aan het onmogelijke. Het blijft ter beoordeling van de school wat geoorloofd en ongeoorloofd verzuim is.
De BIG-urennorm is een wettelijke eis. Tenzij de overheidsrichtlijnen veranderen, moeten de gemiste uren worden ingehaald.
Problemen tijdens de BPV over het onderwijs kunnen worden gemeld aan de school. Problemen over de veiligheidssituatie op het leerbedrijf moeten zowel aan de begeleider vanuit school worden gemeld als aan SBB via het contactformulier. SBB onderzoekt de klacht en heeft contact met de melder voor eventueel aanvullende informatie. Daarna is er contact met het leerbedrijf en de school. SBB informeert de melder over de afhandeling van de klacht.
Voor het volgende antwoord doet het er niet toe of het afbreken van de stage het gevolg is van een keuze van de student zelf of van het sluiten van een leerbedrijf. Het is aan het onderwijsteam te beoordelen of leerdoelen en praktijkopdrachten afgerond kunnen worden, zonder dat de uren geheel gemaakt worden. Als dat niet zo is, zal de beroepspraktijkvorming (later) ingehaald moeten worden, ook als dat leidt tot een langere opleidingsduur. Als voor de student een vervangende BPV-plek nodig is, kunnen studenten, ouders of de school een melding doen bij SBB. Een adviseur van SBB kijkt dan samen met de school of er een vervangende reeds erkende stageplek in de buurt beschikbaar is.
Via www.stagemarkt.nl zijn stages en leerbanen bij erkende leerbedrijven te vinden. Als gevolg van de Corona is het mogelijk dat stages en leerbanen tijdelijk niet beschikbaar zijn. Kan een student geen stageplaats vinden? Geef de melding door aan SBB via deze link. Samen met de school kijkt SBB of er in de regio een stage of leerbaan beschikbaar is bij één van de erkende leerbedrijven.
De BPV kan als voldoende worden beoordeeld wanneer de vooraf afgesproken leerdoelen zijn behaald. Die wordt aangetoond door de afgeronde leertaken en opdrachten. In deze situatie is het aan het onderwijsteam te beoordelen of leerdoelen en praktijkopdrachten afgerond kunnen worden zonder dat de uren geheel gemaakt worden. Het leerbedrijf wordt betrokken bij de beoordeling. Indien voor die beoordeling bewijsmiddelen uit een voorgaande BPV kunnen worden gebruikt dan is hier geen bezwaar tegen.
Ja, in principe wel, maar keuzedelen móeten gevolgd worden. Keuzedelen verzorg je in begeleide onderwijstijd, BPV of zelfstudie. Keuzedelen moeten een examenresultaat opleveren. Het is aan de school om te bepalen hoe dit resultaat vorm wordt gegeven. In het belang van de student is het ook mogelijk om een alternatieve, onderwijskundige invulling van het keuzedeel te kiezen als vormgeving via de BPV niet lukt. Ook is het mogelijk de student een ander, beter uitvoerbaar keuzedeel, aan te bieden.
De tijd waarin een student stageloopt bij een bedrijf dat geen leerbedrijf is kan niet worden beschouwd als BPV. Aanvragen voor uitbreiding van erkenningen van reeds bestaande leerbedrijven handelt SBB zo snel mogelijk af per telefoon of skype. Bij aanvragen voor erkenningen bezoekt de adviseur praktijkleren het leerbedrijf wel voor de beoordeling. Als een bezoek vanwege de coronamaatregelen niet mogelijk is, kan de erkenning eventueel op afstand plaatsvinden. Het leerbedrijf wordt dan op een later moment alsnog bezocht en krijgt tot die tijd extra aandacht van de adviseur praktijkleren om de kwaliteit te bewaken. Is het niet mogelijk is om een erkend leerbedrijf te vinden, dan moet worden bekeken of de student de tijd kan benutten door op andere wijze te werken aan de leerdoelen en praktijkopdrachten. Als dit niet kan of lukt zal de vertraging moeten worden ingehaald.
Een leerbedrijf kan een stagiair niet verplichten om extra werkzaamheden te doen die buiten de in de praktijkovereenkomst afgesproken opdrachten, leerdoelen en werktijden vallen. Een uitzondering hierop is wanneer de stagiair tevens een arbeidsovereenkomst heeft met het leerbedrijf. Dat is in de bbl gangbaar, en in de bol niet. Maar een bol-student kan een arbeidsovereenkomst hebben met het leerbedrijf. Is er een arbeidsrelatie, dan kan het bedrijf wel vragen om extra werkzaamheden te doen. Het leerbedrijf kan ook met de student afspreken dat hij/zij extra werkzaamheden verricht buiten de BPV om. Ons advies is om hier aparte afspraken over te maken. Bijvoorbeeld in een arbeidsovereenkomst of een vrijwilligersovereenkomst. Het is belangrijk dat de school de student goed informeert wat er verwacht mag worden.
Een student die er door bijvoorbeeld de coronacrisis niet in slaagt om voor 31 december een leerbedrijf te vinden heeft de volgende opties:
In die situaties is wettelijk mogelijk en denkbaar dat bbl-omgevingen worden aangeboden door leerbedrijven en scholen zonder dat daar een arbeidsovereenkomst aan ten grondslag ligt. Let dan er dan wel op dat er geen fictieve arbeidsovereenkomst ontstaat. Het moet dan echt gaan om eenleeromgeving.
SBB verricht alle inspanningen om voldoende leerbedrijven te vinden en te erkennen. Scholen denken mee en dragen partner-bedrijven of school-eigen leeromgevingen aan voor erkenning. Wordt een omgeving erkend als leerbedrijf, dan kan zowel de bol- als bbl-student hier gebruik van maken en telt het als bpv.
Servicedocument 6.1 biedt als laatste mogelijkheid de opleiding te vervolgen zonder leerbedrijf. Maar een mbo-diploma zonder bpv is natuurlijk zeer onwenselijk.
Als de student op de bbl-opleiding blijft ingeschreven, laat de school (zoals gewoonlijk) de bekostiging op ‘JA’ staan. De student telt dan mee in de landelijke telling voor de bekostiging van de mbo-sector (macro-budget). In de uitlevering met DUO wordt geconstateerd dat de student geen (correcte) praktijkovereenkomst heeft en wordt op de bekostiging voor de betrokken school gecorrigeerd (lumpsum). Het geld uit het macro-budget wordt dan verdeeld over de overige studenten van de mbo-sector.
Een BBL’er heeft vrijwel altijd een arbeidsovereenkomst. Het gesprek over het eventueel aanpassen of ontbinden van de arbeidsovereenkomst is een zaak van de student en het leerbedrijf. De school heeft daar geen rol in. Verandert de arbeidsrelatie tussen leerbedrijf en BBL’er (ontslag nemen of krijgen, minder gaan werken), dan is in de vorm van maatwerk een switch van BBL naar BOL mogelijk. Echter, een student kan alleen op individueel niveau worden overgeschreven. Voor groepen raden we een switch van BBL naar BOL af: ook de BOL kan onder druk staan.
Advies is dat scholen o ok geen initiatief nemen om studenten over te schrijven van BBL naar BOL, met als mogelijk gevolg dat het bedrijf dan de arbeidsovereenkomst van de student aanpast of ontbindt.
Bij een switch moet de student zich ervan bewust zijn dat hij/zij niet automatisch in aanmerking komt voor studiefinanciering. Dat is afhankelijk van de hoogte van het inkomen. Omdat een BBL’e r een arbeidsovereenkomst heeft, kan het leerbedrijf deeltijd-ww voor de BBL’-er aanvragen.
Informatie over studiefinanciering:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/middelbaar-beroepsonderwijs/vraag-en-antwoord
Iedere school hanteert een procedure en termijn als een student gedurende zijn BBL-opleiding zijn arbeidscontract bij een leerbedrijf moet opzeggen. De inzet is het vinden van een nieuw leerbedrijf. Zolang er nog een reëel uitzicht bestaat op het vinden van een nieuwe plek is het in deze crisis zaak om hiervoor meer tijd te nemen. Bovendien wordt van de school verwacht dat zij een toereikende vervangende voorziening bevordert en beschikbaar stelt als de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is. Laat de student vooral ingeschreven staan zolang alsnog redelijk is met het oog op het zoeken naar een passend alternatief/het overbruggen van een periode waarin door coronamaatregelen de mogelijkheden voor een alternatief tijdelijk zijn opgeschort.
Ja, in het onderwijs- en examenreglement is opgenomen welke leerdoelen (kerntaken en werkprocessen) een student in zijn bpv dient te halen. Kunnen deze leerdoelen tijdens de buitenlandstage niet worden afgerond, dan kan een nieuwe bpv in het binnenland worden gezocht. Het beëindigen van de bpv wordt verder afgehandeld als een reguliere beëindiging of als een tijdelijk uitstel. Zie hiervoor de reguliere afspraken in het servicedocument aanpak corona mbo.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestel...
Of een stage door kan gaan of niet is een afweging die scholen of werkgevers zelf moeten maken in samenspraak met de instanties ter plekke. Per situatie moet dat bekeken worden. De medische situatie en veiligheid ter plekke spelen hierbij een rol. Neem eventueel contact op met uw regionale GGD. Mochten studenten of stagiairs naar Nederland afreizen, dan is goede voorlichting belangrijk (zie www.rivm.nl/covid19).