Het blijkt dat mbo-scholen huiverig zijn om ISK leerlingen in te schrijven in het mbo, als zij niet overtuigd zijn van het feit dat de leerlingen het eerste opvangonderwijs hebben afgerond op het niveau dat deelname aan het beroepsonderwijs mogelijk maakt. Het mbo heeft geen middelen om deze jongeren voldoende taalondersteuning te bieden. De ISK kan immers met deze leerlingen in twee jaar niet dat realiseren met deze leerlingen waar autochtone leerlingen 10 jaar over doen.
Doorstroom naar een passend mbo-niveau
Met de invoering van Focus op Vakmanschap is wettelijk bepaald dat toelating tot de hogere niveaus in het mbo alleen mogelijk is als de student in het bezit is van een diploma. Wel kan het bevoegd gezag besluiten tot een toelatingstoets, waardoor een leerling ook ongediplomeerd in kan stromen op een niveau 2-, 3- of 4-opleiding. Niet elke school gaat hiertoe over wanneer het vluchtelingen betreft, omdat toelating op deze wijze het vsv-cijfer en het rendement negatief kunnen beïnvloeden. Het risico bestaat dan ook dat vluchtelingenkinderen massaal worden ingeschreven in de entreeopleiding omdat de toegang tot deze opleiding drempelloos is. Dit terwijl zij wellicht veel meer mogelijkheden hebben.
LOWAN, de UvA en een aantal scholen hebben leerlijnen ontwikkeld op basis waarvan nieuwkomers een passend vakkenpakket kan worden aangeboden (zie zijbalk rechts). Dit moet de overgang naar de vervolgopleiding soepeler maken.
Gewenste praktijk
Om tot een goede afstemming te komen is het belangrijk dat het niveau van de leerlingen niet alleen bepaald wordt door hun taalniveau, maar ook op basis van hun overige vaardigheden, talenten en reeds gevolgd onderwijs in het land van herkomst.
Het onderwijsprogramma van de ISK-leerling zou dan ook gericht moeten zijn op de toekomstige mogelijkheden van de leerling. Leerlingprofielen op basis waarvan een passend vakkenpakket wordt aangeboden, zijn dan noodzakelijk. Tijdens de ISK-periode wordt de leerling dan voorbereid op een vervolg in het mbo op het juiste niveau. Aansluiting op de vervolgopleiding verloopt veel soepeler. LOWAN, de UvA en een aantal scholen hebben daartoe leerlijnen ontwikkeld (zie zijbalk rechts).
Naast de reguliere bekostiging krijgt de vo-school op basis van de Nieuwkomersregeling aanvullende financiering. De nieuwkomer mag dan niet de Nederlandse nationaliteit bezitten en op 1 oktober korter dan 2 jaar in Nederland zijn. Is de Nieuwkomer korter dan 1 jaar in Nederland dan gaat het om € 4.500. Is de leerling hier langer dan een jaar, ontvangt de school € 2.500. In 2016 wordt voor de Nieuwkomersregeling 1 april als 2e teldatum geïntroduceerd.
Daarnaast is er de regeling 'Eerste opvang vreemdelingen'. Deze regeling is bedoeld om tussentijdse in- en uitstroom te kunnen verwerken. Leerlingen die na de teldatum 1 oktober instromen en voor 1 oktober weer zijn uitgestroomd. Hiervoor komen alleen leerlingen in aanmerking die op de peildatum (1 oktober of 1 april) korter dan een jaar in Nederland zijn en niet de Nederlandse nationaliteit bezitten. Het gaat om € 2.250 per leerling.