Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
Onder de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) kan pas een beroep op vrijwarende werking worden gedaan als gebruik wordt gemaakt van (model)overeenkomsten van opdracht die de goedkeuring van de Belastingdienst hebben verkregen. Belangrijk daarbij is dat alleen van vrijwarende werking sprake is als in de praktijk daadwerkelijk wordt gewerkt onder de voorwaarden die in de overeenkomst van opdracht zijn vastgelegd.
In januari 2022 zijn de twee sectorale modelovereenkomsten op basis waarvan zzp’ers in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs kunnen worden ingezet, met een kleine aanpassing van de vorige versie, goedgekeurd door de Belastingdienst. In de vorige versie van de twee modelovereenkomsten was expliciet opgenomen dat ‘partijen uitsluitend met elkaar wensen te contracteren op basis van een overeenkomst van opdracht’ en dat ‘partijen uitdrukkelijk niet beogen om een arbeidsovereenkomst aan te gaan’. De Hoge Raad heeft in november 2020 uitgesproken dat de ‘bedoeling/wil van partijen’ van onderschikt belang is. De afspraken die partijen met elkaar maken en de werkwijze in de praktijk is doorslaggevend. Deze overwegingen zijn daarom uit de modelovereenkomst verwijderd.
Modelovereenkomsten mbo/hbo met toelichting
De volgende modelovereenkomsten hebben goedkeuring van de Belastingdienst verkregen:
- De modelovereenkomst ‘vrije vervanging’: met deze modelovereenkomst is het voor de mbo-school (vanuit de kaders van het onderwijsprogramma) mogelijk enige invloed uit te oefenen op uitvoering van de werkzaamheden. Het regelen van vervanging is volledig in handen van de opdrachtnemer.
- De modelovereenkomst ‘geen werkgeversgezag’: deze maakt het mogelijk een specifieke zelfstandige (persoonlijk) op een opdracht in te zetten of vervangingsafspraken te maken, maar de opdrachtnemer geeft zelfstanding invulling aan de opdracht (en dus aan de lesinhoud).
De toelichting onder de modelovereenkomst gaat onder andere in op de context waarbinnen een school gebruik kan maken van deze modelovereenkomsten. De Belastingdienst heeft de modelovereenkomsten in onderlinge samenhang en met inachtneming van de verstrekte toelichting beoordeeld. Dat de toelichting integraal onderdeel uitmaakt van de modelovereenkomsten was een voorwaarde van de Belastingdienst om tot goedkeuring over te kunnen gaan. Dit betekent dat opdrachtgever en opdrachtnemer de toelichting moeten kennen van de MBO Raad en Vereniging Hogescholen.
De modelovereenkomsten gelden alleen voor onderwijsgebonden en daaraan gerelateerde werkzaamheden (lesgevende activiteiten en onderwijsontwikkeling). Voor andere inzet van zzp’ers dan in het onderwijsproces kunnen scholen aansluiten bij modelovereenkomsten van andere organisaties (bijvoorbeeld de algemene modellen van VNO-NCW / MKB NL) die op de website van de Belastingdienst staan.
Verder gelden de modelovereenkomsten specifiek voor de inhuur van expertise en/of praktijkervaring vanuit de beroepspraktijk. Deze zijn niet geschreven voor de inzet van zzp’ers ter vervanging van reguliere docenten of voor docenten in algemeen vormende vakken. De handreiking van de MBO Raad en Vereniging Hogescholen geeft een nadere toelichting op de modelovereenkomsten en de context waarbinnen scholen deze kunnen gebruiken.