Kruimelpad
Beroepsonderwijskolom
Er is sprake van een soepele doorstroom binnen het onderwijs wanneer studenten een opleiding volgen die qua niveau en interessegebied bij hen past. Een goede aansluiting kan bepalend zijn voor het succes van de opleiding van de student en helpt schooluitval voorkomen. Daarom krijgt de samenwerking tussen verschillende opleidingsniveau's veel aandacht van de MBO Raad.
Doorstroom vmbo-mbo
Vanaf het schooljaar 2016-2017 kiezen vmbo-leerlingen één profiel en voegen daar beroepsgerichte keuzevakken aan toe. Ze hebben keuze uit 10 profielen en stellen zelf hun programma samen. Een goede afstemming tussen vmbo en mbo is essentieel voor de doorstroom. Leerlingen met verbredende vakken hebben niet altijd dezelfde kennis en vaardigheden als leerlingen met een verdiepend programma. Scholen werken regionaal samen en betrekken het bedrijfsleven voor een goede aansluiting op de arbeidsmarkt. De beroepsoriëntatie vindt plaats in het vmbo en de beroepskwalificatie in het mbo.
Veelgestelde vragen doorstroom vmbo-mbo:
Doorstroom mbo-hbo
Ongeveer veertig procent van de studenten met een mbo-4 diploma, stroomt al dan niet direct door naar het hbo. Het is daarom belangrijk om te zorgen voor een doorlopende leerlijn. Studenten met een mbo-4 diploma kunnen op twee manieren in het hoger onderwijs doorstromen: via een associate degree of een hbo-bachelor. De Ad-opleidingen zijn sinds 2018 als zelfstandige trajecten in de wet opgenomen met een eigen waardering. Ad-opleidingen kennen hun eigen instroomeisen en worden vaak in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven ontwikkeld. Daarom zijn de trajecten sterk arbeidsmarktrelevant en vooral geschikt voor instroom vanuit het mbo als werkenden met een mbo-4 vooropleiding.
Mbo-studenten en havo-leerlingen die naar de pabo willen, moeten sinds 1 augustus 2015 aan toelatingseisen voldoen voor aardrijkskunde, geschiedenis én natuur en techniek. In de praktijk betekent dit dat mbo-studenten meestal drie toelatingstoetsen moeten afleggen.