Corona-update: vanaf 15 juni ook weer praktijkonderwijs

07 mei 2020 12:00

De routekaart die het kabinet heeft opgesteld om de samenleving stapsgewijs weer te heropenen, bevat ook ‘next steps’ voor het mbo. Frank van Hout, waarnemend voorzitter MBO Raad: “Vanaf 15 juni kunnen scholen de gebouwen breder openstellen voor onderwijsactiviteiten naast examinering, opvang kwetsbare studenten en studie-/werkplekken voor wie dat thuis niet heeft, ontstaat dan enige ruimte voor het verzorgen van praktijklessen.”

De MBO Raad heeft daar namens de scholen de afgelopen weken op aangedrongen bij het ministerie van OCW.  “We zijn dan ook vanzelfsprekend tevreden met deze volgende stap. Die we voorzichtig en verantwoord zullen nemen. Het moet absoluut veilig zijn voor studenten en medewerkers. Het ‘nieuwe normaal’ in het mbo zal vanaf half juni voorlopig een combinatie zijn van afstandsonderwijs waar dat kan en onderwijsactiviteiten op locatie omdat dit niet anders kan.” 

Servicedocumenten als werkmodel

Het openstellen van de gebouwen is straks aan restricties gebonden. Van Hout: “Het mag niet leiden tot aanwezigheid van meer dan 20% van de personen die in het pre-corona tijdperk in een gebouw actief waren. Dus de optelsom van studenten en personeel samen. Dit is een belangrijk element om de druk op het openbaar vervoer te beperken. Daarover zijn we in overleg met de ministers van OCW en van Infrastructuur en Waterstaat.” Tot 15 juni hanteren de mbo-scholen de met het minister van OCW afgesproken servicedocumenten als werkmodel: praktijkexaminering (en indien nodig voorbereiding daarop) voor diplomakandidaten op onderwijslocatie als dat niet anders kan en opvang van kwetsbare studenten en het beschikbaar stellen van studie-/werkplekken voor wie dat thuis niet heeft. 

Beperkte praktijkonderwijsruimte

De afgelopen periode heeft de MBO Raad er namens de scholen op aangedrongen dat mbo-scholen graag ruimte willen voor het beperkt oppakken van praktijkonderwijs. “Die komt er dus nu. Tegelijk realiseren we ons dat deze ruimte, zeker in bepaalde regio’s, voor zeer beperkte tijd benut kan worden. Dan breekt immers de zomervakantie aan. Wat ons betreft is het aan de scholen om te kijken op welke manier de geboden ruimte het beste effectief ingevuld kan worden.”