De bewindslieden geven aan dat burgerschapsonderwijs in het mbo vaker dan in andere sectoren aandacht krijgt als een apart vak. Ook herhalen zij dat de MBO Raad samen met OCW inzetten op een gezamenlijke burgerschapsagenda voor de periode 2017-2021. Scholen krijgen op die manier ondersteuning om een extra kwaliteitsslag te maken en de wettelijke vereisten uit de kwalificatiestructuur te vertalen naar een passend onderwijsaanbod.
De Kamer maakte zich naar aanleiding van de Staat van het Onderwijs ook zorgen of mbo-scholen zich wel voldoende inspannen bij het vinden van bpv-plekken voor hun studenten. In hun antwoord benadrukken de bewindslieden dat zorgdragen voor een bpv-plek onderdeel is van de wettelijke taak van de scholen. Daarnaast wijzen zij op de resultaten van de BPV Monitor 2016, uitgevoerd door SBB. Hieruit blijkt dat studenten (8,0) en leerbedrijven (7,5) over het algemeen tevreden zijn over de kwaliteit van de bpv. De bewindslieden concluderen dan ook dat er relatief weinig problemen zijn en scholen hun verantwoordelijkheid nakomen. In sommige gevallen is er ruimte voor verbetering. Via de kwaliteitsafspraken mbo gaan scholen daarom aan de slag, met zowel de begeleiding van de student als met de aansluiting van het opleidingsprogramma en de bpv.
Overigens wijzen de bewindslieden ook op onderzoek van de Inspectie en studies van het ecbo waaruit blijkt dat studenten met een migratieachtergrond meer problemen hebben met het vinden van een bpv- of bbl-plaats. Vooral studenten aan een entree- of mbo 2-opleidingen hebben door discriminatie op de arbeidsmarkt minder kans op een stageplek dan studenten van hogere opleidingsniveaus.
De bewindslieden gaan in hun antwoorden ook in op diverse andere vragen van de Kamer over kwaliteitsborging, passend onderwijs, verzuim en schooluitval, cascadebekostiging, lerarenbeleid en kwaliteitsverschillen tussen scholen.