'We kennen al onze studenten bij naam'

30 mei 2025 12:00

Domeinleider Anitha Schrijver (48) maakt zich succesvol hard voor zorgstudenten in de regio Dordrecht en omgeving. Als een soort ondernemer zoekt ze haar weg om te zorgen voor voldoende aanwas van studenten, goede samenwerkingen met werkgevers en onderhoudt ze actief contact met wethouders en bestuurders van de stad. Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, gaat met haar in gesprek.

Idealist met een missie

Een idealist, zo omschrijft Schrijver zichzelf als haar wordt gevraagd wat de rode draad is in haar carrière. “Anders dan veel generatiegenoten die pragmatici zijn,” verzekert ze, terwijl ze haar levensloop opsomt. Na haar studie antropologie en een periode bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken , behaalde ze haar lesbevoegdheid als docent burgerschap en maatschappijwetenschappen en ging vier jaar geleden aan de slag als domeinleider Verzorgende-IG en Maatschappelijke Zorg & Dienstverlening bij ROC Da Vinci in Dordrecht. “Een prachtige school met heel veel mogelijkheden,” vertelt ze met een brede glimlach. “Binnen mijn domein zijn er ruim 600 studenten die we allemaal persoonlijk kennen. Dat kleinschalige is ook waar onze kracht ligt en wat ons benaderbaar maakt — ook als het even wat minder goed gaat in het leven van een student.”

Succesvolle routes naar werk

Tekin: “Begin december bracht ik een bezoek aan Da Vinci en daar raakte ik geïnspireerd door jullie werkwijze. Met name hoe jullie studenten op een succesvolle manier via allerlei wegen helpen om de arbeidsmarkt op te gaan en zo deel te nemen aan de samenleving. Kun je daar meer over vertellen?”

Schrijver: “Absoluut! Naast dat we alle studenten bij naam kennen, hebben we ook hele goede contacten met werkgevers in de regio, de werkgeversvereniging WGVZHZ en het UWV. Met deze partners werken we samen aan de werving van studenten — bijvoorbeeld via mooie lokale campagnes om mensen te enthousiasmeren voor een loopbaan in de zorg. Als ze eenmaal geïnteresseerd zijn, kunnen wij onderwijs aanbieden dat aansluit op hun behoefte. Dat is niet altijd een volledige mbo-opleiding, maar soms ook een traject van tien of twintig weken. En dat is heel succesvol: een groot deel van de deelnemers aan dit soort trajecten gaat uiteindelijk door voor een volledig diploma. Dat is natuurlijk geweldig!”

Aansluiten bij de belevingswereld

Schrijver vertelt meer over de doelgroep die via deze korte trajecten studeert en werkt: in kleine groepen, een dagdeel of een dag per week, met werkbegeleiders die actief worden betrokken bij het leertraject. “Die begeleiders moeten ook snappen met wat voor studenten ze te maken krijgen. Onze studenten  zijn vaak jongeren die met hun petje op en jas aan binnenkomen, of die verschrikkelijke belangst hebben. Het is makkelijk om zulke jongeren direct de deur te wijzen, maar daar schiet je als zorgorganisatie niets mee op. Geef aan wat wel of niet wenselijk is in een bepaalde setting en probeer aan te sluiten bij de belevingswereld van studenten. Met dat soort advies helpen we werkgevers wel eens.”

Terugloop in niveau 3 baart zorgen

Tekin: “Daar ben ik het helemaal mee eens! In deze krappe arbeidsmarkt kunnen we iedereen gebruiken. Ik maak mij persoonlijk erg zorgen over de terugloop van het aantal studenten dat kiest voor de opleiding Verzorgende IG op niveau 3. Hoe belangrijk zijn deze verzorgenden voor de zorg?”

Schrijver: “Enorm belangrijk! Zij zijn de dagelijkse handen aan het bed, en mogen ook bepaalde handelingen uitvoeren die  een helpende  niet  mag doen. Denk bijvoorbeeld aan specifieke diabeteszorg of het checken van vitale functies. De zorgvraag is tegenwoordig ook een stuk complexer dan vroeger. En het huidige systeem maakt het makkelijker om toegelaten te worden tot een mbo-niveau 4 opleiding. Kortom: door die systeemfout loopt het aantal verzorgenden gewoon snel terug.”

Studenten binden én boeien

Tekin: “De 'hoger is beter'-mentaliteit werkt dat helaas ook in de hand. We creëren als samenleving onze eigen problemen. Het thema ‘binden en boeien’ van studenten wordt ook steeds belangrijker. Hoe proberen jullie dat te doen?”

Schrijver: “We zetten vooral in op de persoonlijke begeleiding van onze studenten. Daarmee kun je snel ingrijpen als een student overweegt te stoppen en kom je vaak snel tot de onderliggende oorzaak. We adviseren werkgevers ook om goed contact te houden met de student. Niemand wil namelijk zomaar stoppen met een opleiding — daar zitten vaak persoonlijke omstandigheden of andere incidenten achter. Natuurlijk is een goede stagevergoeding belangrijk, maar dat moet niet leidend zijn. Een stageplek moet een leerzame plek zijn, en helaas is het niet altijd mogelijk om een vergoeding aan te bieden.”

Klein binnen groot is mogelijk

Tekin: “Die persoonlijke begeleiding, het kennen bij naam, is ontzettend waardevol. Nu is dat op een kleinere school makkelijker dan op een grotere school, schat ik zo in. Is jullie aanpak ook te implementeren op grotere ROC’s?”

Schrijver: “Dat denk ik wel. Klein binnen groot is zeker te organiseren. Maar je stipt wel een terecht punt aan: schaalvergroting is niet altijd goed voor de student.”

Positieve blik op de zorg

In Den Haag en in de media gaat het vaak over de zorg in Nederland. Gevraagd naar haar visie daarop, zegt Schrijver direct dat ze daar eigenlijk heel positief over is. “We zijn goed in beeld bij de politiek. Veel Kamerleden hebben ook een goed beeld van hoe het is om in de zorg te werken. De zorg is wel duur, en door maatschappelijke ontwikkelingen zoals de vergrijzing moeten we efficiënter werken. Nieuwe technologieën spelen daarin een belangrijke rol. Onze studenten vinden dat trouwens vaak superinteressant. Maar het gaat soms ook ten koste van het persoonlijke contact met patiënten. Toch vind ik dat dat niet het hoofddoel mag worden van zorgverlening. Het is te zot voor woorden dat zorgverleners het gat zouden moeten opvullen dat familieleden laten als het gaat om aandacht en persoonlijk contact.”

Stagefonds weg, maar hoop blijft

Tekin: “Met het schrappen van het Stagefonds Zorg staan een hoop stages van mbo-studenten op de tocht. Hoe kijk je naar de toekomst van de zorg en hoe zorgen we dat we voldoende mensen blijven opleiden voor de sector?”

Schrijver: “Het schrappen van het Stagefonds Zorg gaat ons zeker raken. Maar ik ben niet heel pessimistisch over de kansen van onze studenten. Het zelfoplossend vermogen van onze sector is groot, en werkgevers moeten nu ook dat gat gaan opvullen om stageplekken beschikbaar te houden, wij denken daar graag in mee als opleiders. Door de vergrijzing blijft de zorg belangrijker dan ooit. Wat ik vooral hoop, is dat er voldoende aandacht blijft voor een belangrijk onderdeel van ons onderwijs: burgerschap en persoonsvorming. Het vak leren onze studenten vaak het beste  in de praktijk — dat past bij hen. Maar goed voorbereid deelnemen aan de samenleving en je als burger sterk voelen, is ontzettend waardevol. Dat mogen we niet onderschatten.”