Servicedocument schoolkosten
De MBO Raad heeft in 2018 met het ministerie van OCW en JOB in het servicedocument schoolkosten zestien afspraken over schoolkosten gemaakt. Deze moeten meer duidelijkheid bieden over met name in het onderscheid tussen basisuitrusting (kosten voor de school) en onderwijsbenodigdheden (kosten voor de student). De afspraken maken in samenhang duidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt van de school, de student en het leerbedrijf.
Basisuitrusting en onderwijsbenodigdheden
De school voorziet in een basisuitrusting die studenten in staat stelt het onderwijs op school te volgen en de examens af te leggen. De basisuitrusting is en blijft eigendom van de school. Daarnaast zorgt de student ervoor dat hij beschikt over onderwijsbenodigdheden voor persoonlijk gebruik. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn boeken, readers, softwarelicenties en/of een laptop, sport- en werkkleding en –schoeisel.
De school kan daarbij voorschrijven aan welke specificaties de onderwijsbenodigdheden moeten voldoen, maar niet op welke wijze de student erover wenst te beschikken (kopen of lenen) of waar de student deze moet aanschaffen (nieuw of tweedehands, of bij welke aanbieder).
De student heeft keuzevrijheid en op die manier zelf invloed op de hoogte van de kosten van de benodigdheden. Belangrijk is dat de school de redelijkheid en billijkheid niet uit het oog verliest bij het vaststellen van de onderwijsbenodigdheden. Het mbo moet tenslotte voor iedereen toegankelijk zijn en blijven.
Schoolkostenbeleid
De school vertaalt de afspraken uit het servicedocument naar haar eigen schoolkostenbeleid. Sinds 1 januari 2018 heeft de studentenraad instemmingsrecht op dit beleid van de school. Op basis van het beleid bepaalt de school voor al haar opleidingen welke onderwijsbenodigdheden nodig zijn. Voor dezelfde opleiding kunnen bij verschillende scholen verschillende onderwijsbenodigdheden worden voorgeschreven – dat kan omdat de onderwijsmethodiek per school kan verschillen. Vóór de inschrijving maakt de school duidelijk welke onderwijsbenodigdheden voor de opleiding benodigd zijn. De Onderwijs Inspectie toetst de schoolkosten van een opleiding met ingang van het studiejaar 2019-2020 aan de regels uit het servicedocument.
Tegemoetkoming voor aanschaf van onderwijsbenodigdheden
Sinds het schooljaar 2016-2017 is de tijdelijke regeling leermiddelen van kracht. Dit is een voorziening voor (ouders van) minderjarige mbo-studenten uit minimagezinnen; zij kunnen op basis van de regeling een tegemoetkoming vragen voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden. Het ministerie van OCW keert de middelen via de lumpsum uit aan de scholen, de scholen voeren de regeling uit. De tijdelijke regeling is in 1 augustus 2021 omgezet in een structurele regeling, door installatie van het mbo-studentenfonds.