De scholen en het ministerie kwamen tot het opstellen van de agenda onder meer door de steeds terugkerende maatschappelijke discussies rond moeilijk bespreekbare thema’s. In het mbo maakt burgerschap deel uit van de drievoudige kwalificatie; de scholen leiden jongeren op voor een beroep, voor een vervolgopleiding en voor succesvol kunnen deelnemen aan onze samenleving. Met de agenda laten de scholen en het ministerie zien dat opleiden voor goed burgerschap voortdurend in beweging is en steeds vraagt om herijking.
Minister Bussemaker: “Studenten leren op school niet alleen een vak. Ze ontwikkelen zich er ook tot burgers die volwaardig kunnen meedoen in de samenleving, en voorbereid zijn op lastige kwesties in hun toekomstige werk.”
De burgerschapsagenda heeft een looptijd van 4 jaar (2017-2021) en wordt tijdens deze periode zorgvuldig gemonitord. De afspraken in de agenda zijn ook niet vrijblijvend, hebben de scholen en het ministerie afgesproken. Ze vragen een gezamenlijke inspanning en verantwoordelijkheid. Betrokkenheid van docenten, lerarenopleidingen, schoolleiders, studenten, maatschappelijke –en culturele organisaties en lokale en regionale bestuurders is hierbij van essentieel belang.