De afgelopen periode heeft de MBO Raad in overleg met de minister van OCW en het ministerie zorgvuldig aangegeven wat er nodig zou zijn om onderwijsactiviteiten op locatie te kunnen hervatten. Van Hout: “We vinden het belangrijk voor onze studenten dat ze op een zeker moment weer het praktijkonderwijs kunnen oppakken. Het is aan het kabinet om dat moment te bepalen, maar we streven natuurlijk met elkaar naar zo min mogelijk studievertraging: het zou echt zuur zijn als studenten volgend studiejaar teveel tegelijk moeten oppakken om achterstanden in te lopen en nieuwe leerstof op te pakken. Maar het moet wel kunnen binnen de richtlijnen van het RIVM en vanuit gezondheidsperspectief echt verantwoord zijn. Voor studenten én voor onze medewerkers.” Het besluit van het kabinet om eerst kleine stappen te zetten in het basis onderwijs en het voortgezet onderwijs noemt Van Hout dan ook logisch. “De komende periode gaan we wel verder onderzoeken wat het betekent om op termijn weer beperkt onderwijs op locatie aan te gaan bieden en aan welke randvoorwaarden dan moet worden voldaan. We doen natuurlijk nu ervaring op met examinering op locatie binnen de richtlijnen van het RIVM. Maar het is belangrijk verder te kijken dan de deuren van het schoolgebouw. Denk dan bijvoorbeeld aan openbaar vervoer: veel van onze studenten reizen immers en dat moet veilig kunnen. Ook kijken we vooruit naar volgend studiejaar; de coronacrisis zal zeker nog een tijd effect hebben, dus pro-activiteit is geboden om ons onderwijs goed te organiseren en te zorgen dat onze studenten en medewerkers weer veilig aan de slag kunnen.”