Vertrekkend MBO Raad bestuurder Bert Beun

28 februari 2023 12:00

Bert Beun was één van de drijvende krachten achter de totstandkoming van de Werkagenda mbo. Per 1 april vertrekt hij als bestuurder van de MBO Raad. Alle reden voor een terugblik op een ‘dynamisch, soms complex proces rondom en richting de totstandkoming van dit voor het mbo zo belangrijke dossier’. "Dit was topsport."

De ondertekening van de Werkagenda mbo op 14 februari jl. betekende het figuurlijke startschot voor een mbo-versterkingsoperatie van de buitencategorie. Tegelijkertijd kwam met het heuglijke moment een einde aan een dynamisch onderhandelingsproces waaraan Bert Beun, bestuurder van de MBO Raad, een significante bijdrage leverde. “Het vorige bestuursakkoord mbo ‘Trots, vertrouwen en lef’ was een akkoord tussen de MBO Raad en het ministerie van OCW. Nu zaten we met veel meer partijen om de tafel. Dat maakte het proces interessant en nieuw. Anders ook, extra complex. Het was soms lastig om het inhoudelijke gesprek gaande te houden en onszelf als MBO Raad te profileren. Toch zijn we erin geslaagd om met succes voor ons belangrijke onderwerpen aan te kaarten, zoals het creëren van regionale ruimte en het positioneren van onderzoek via practoraten.”

Mandaat en compromis

Volgens Bert Beun was ‘OCW heel positief over onze inbreng’, maar tegelijkertijd moest het ministerie als aanjager van de Werkagenda mbo en ‘tafelhoofd’ het alle deelnemende partijen naar de zin maken. “In het proces richting het zetten van alle handtekeningen zijn aan meerdere tafels en tijdens verschillende ledenvergaderingen alle voor ons belangrijke onderwerpen besproken. MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin, mijn twee collega-bestuurders Oege de Jong en Gabe van der Zee en ik haalden steeds mandaat op bij de leden, gingen daarmee naar OCW en kwamen terug met een compromis. Hier werd intern over doorgepraat, waarna we weer richting onderhandelingstafel gingen. Die worsteling tussen dat ‘halen en brengen’ zit besloten in het werken voor de MBO Raad, maar kwam nu in volle omvang op ons af.”

Elkaar vasthouden

Gepokt en gemazeld als hij is, wist Bert Beun dat daarbij het ‘snel resultaten halen’ niet aan de orde was, zeker niet in een zo complex traject als dat van de werkagenda. “Onderhandelen is vaak een kwestie van drie stappen vooruit en weer twee terug. Je moet gezamenlijke en verschillende belangen in hetzelfde proces proberen te scheiden door bij een tegenvaller niet meteen te zeggen dat iets niet deugt. De kunst was om naar het proces te blijven kijken en elkaar ‘vast te houden’, vanuit het gevoel en de gedachte dat ook de mensen van OCW het beste voor hebben met het mbo.”

Sectorvertrouwen

Het ‘meer-partijen-onderhandelproces’ had ook invloed op de rol van de MBO Raad richting de leden, merkte Bert Beun. “Binnen de MBO Raad en met alle scholen is gekeken hoe we onze rol als branchevereniging gingen invullen. Wilden we als mbo-belangenbehartiger zoveel mogelijk geld met zo min mogelijk inspanningen voor onze leden binnenhalen? Of was het uitgangspunt om middelen voor de sector veilig te stellen en te zorgen voor een richtinggevend, dus geen 100% dichtgetimmerd akkoord? Uiteindelijk is voor de tweede optie gekozen, ook omdat we scholen willen stimuleren om met regionale partners en in verbinding met andere partijen zélf invulling te geven aan hun eigen kwaliteitsafspraken. Zolang de link met verplichte punten in de Werkagenda maar duidelijk is en scholen kunnen uitleggen waarom ze bepaalde keuzes maken. Dat we die bewegingsruimte en vrijheid kregen, zegt ook iets over het vertrouwen in onze sector en over het feit dat het mbo als steeds volwassener wordt beschouwd.”

Inhoud en emoties scheiden

Dat is een prettige constatering voor de door inhoud gedreven Bert Beun die meedraaien in de Werkagenda mbo-carrousel zag als ’een cadeautje’. “Ik geniet van de complexiteit van een zo intensief en kort-cyclisch proces. Het was topsport. Ook onderling, met onze leden en hun verschillende ideeën en invalshoeken. Er waren momenten dat het had kunnen ‘knappen’, maar ik heb met heel veel mensen informele gesprekken gevoerd om in alle rust dingen nog een keer door te spreken. Dat is ook nodig in situaties waarbij je inhoud en emoties van elkaar moet kunnen scheiden. Als oud-aannemer weet ik hoe het is om het ene moment met externe collega’s een bouwcombinatie te vormen en het andere moment met dezelfde mensen te moeten concurreren voor dezelfde aanbesteding die misschien 30% van je jaaromzet inhoudt. Die ervaring kwam nu goed van pas.”

Trots

En die ervaring maakt ook dat Bert Beun tevreden kan terugkijken op een werkproces waaraan hij 13 maanden een meer dan actieve bijdrage leverde. “Mede door de inspanningen van alle MBO Raad-beleidsadviseurs ligt er een werkagenda, met daaruit voortvloeiend een kwaliteitsagenda, die ons de ruimte geeft om regionale afspraken te maken op punten waar wij als mbo zelf verbeteringen willen doorvoeren. Natuurlijk zijn we gebonden aan de drie hoofdthema’s, maar de agenda geeft wel richting en vorm aan een toekomst waarin middelen optimaal worden benut om de positie van het mbo voor studenten en bedrijven te versterken. En daar mogen we best trots op zijn.”