Onderhandelaarsakkoord cao mbo 2021-2022

01 december 2021 12:00

De MBO Raad en de werknemersorganisaties AOb, CNV Onderwijs, FvOv en FNV Overheid zijn op 29 november jl. met elkaar een voortzetting van de cao mbo overeengekomen tot 1 mei 2022. Een aantal uit nieuwe wetgeving voortvloeiende technische aanpassingen wordt doorgevoerd en lopende procesafspraken worden nader uitgewerkt.

Joany Krijt, bestuurslid MBO Raad en woordvoerder namens werkgevers: “We hebben in de afgelopen cao’s diverse procesafspraken gemaakt die tijd vergen om goed uit te werken. Wij zijn blij dat we door deze voortzetting meer tijd hebben om dit als sociale partners goed te kunnen doen. En we hebben, door het aanpassen van de werkingssfeer kunnen borgen dat de invoering van de Wet Bestuurlijke Harmonisatie Beroepsonderwijs geen arbeidsvoorwaardelijke gevolgen heeft voor de werknemers van aoc's en bestaande verticale scholengemeenschappen. Al met al een prima resultaat voor een korte periode waarin we met de vakbonden intensief in gesprek zullen blijven”.

Looptijd en loonontwikkeling

De cao loopt van 1 december 2021 tot 1 mei 2022. Met de vakbonden zijn geen afspraken gemaakt over een structurele loonsverhoging voor het jaar 2022. Het gesprek hierover kan pas in het voorjaar van 2022 plaatsvinden, aangezien dan helder is welke arbeidsvoorwaardenruimte er voor het komend jaar beschikbaar is. Wel wordt de eerder gemaakte afspraak over de invoering van een minimumuurloon van 14 euro doorgevoerd.

Werkingssfeer

Per 1 januari 2022 treedt de Wet Bestuurlijke Harmonisatie Beroepsonderwijs in werking. Deze wet heeft niet tot doel de rechtspositie van scholen en werknemers te wijzigen, maar dit effect kan wel ontstaan. Sociale partners zijn daarom een wijziging in de werkingssfeer van de cao overeengekomen die aansluit op de wet en de huidige arbeidsvoorwaardelijke rechtsposities van (huidige en toekomstige) werknemers van bestaande aoc’s en verticale scholengemeenschappen (VSG’s) bestendigt.

Standplaats en reiskosten

Het mbo is continu in beweging; om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te kunnen blijven bieden en om invulling te geven aan veranderende werkomstandigheden. De keuzes die mbo-scholen hierbij maken kunnen effect hebben op individuele werknemers. Een voorbeeld hiervan is dat de standplaats kan wijzigen na een fusie. De werkgever kan dit alleen doen na overleg met de werknemer en dient bij het maken van de afweging rekening te houden met de belangen van zowel de organisatie als met die van de werknemer. Voor de vakbonden was het belangrijk deze afweging nader te borgen. Daarom  hebben sociale partners afgesproken dat een werknemer die het niet eens is met een genomen besluit zich kan wenden tot de Commissie van Beroep.

Tevens hebben sociale partners afgesproken voor de volgende cao-ronde de verplaatsingskostenregeling in relatie tot veranderende werkomstandigheden te bekijken. Mogelijk leidt dit tot voorstellen voor aanpassing.

Technische aanpassingen

Tenslotte zijn sociale partners overeengekomen te onderzoeken of een uitspraak van de Hoge Raad over samenloop van zwangerschapsverlof en vakantieverlof gevolgen heeft voor de cao mbo.

De MBO Raad legt het onderhandelaarsakkoord cao mbo 2021-2022 met een positief advies voor aan zijn leden.