Kruimelpad
Reactie MBO Raad op visie basisvaardigheden en burgerschapsonderwijs
03 juli 2023 12:00De MBO Raad waardeert de inzet van minister Dijkgraaf met betrekking tot de versterking van basisvaardigheden en het burgerschapsonderwijs. Burgerschap neemt een belangrijke plaats in binnen het mbo, als onderdeel van de drievoudige kwalificering van het middelbaar beroepsonderwijs. "Het feit dat de minister dit serieus aanpakt en aandacht heeft voor deze thema’s is een positieve ontwikkeling waar wij als MBO Raad achter staan.
Toch zijn er enkele punten in de nieuwe visie waar nog verdere aandacht aan besteed moet worden. Zo is het voor ons van enorm belang dat zowel taal, reken- en burgerschapslessen aansluiten bij het unieke karakter van het mbo, met haar verschillende niveaus en onderwijsroutes," zegt Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad.
Dimensies vitaliteit en economie
Eén van de punten waar Tekin naar verwijst, zijn de opletpunten die de MBO Raad heeft aangedragen met betrekking tot vitaliteit en economie: "Hoewel de minister in zijn nieuwe visie wel verwijst naar zogenoemde 'life skills', missen wij een duidelijke link tussen deze vaardigheden en de voorgestelde kwalificatie-eisen. Met name vitaliteit lijkt volledig buiten beschouwing te zijn gelaten in de nieuwe eisen. Dat doet geen recht aan het belang van de dimensies vitaliteit en economie. Een positief punt is dat het instellingsexamen vooralsnog niet wordt ingevoerd. Dit geeft scholen de ruimte om, ondanks de kwalificatie-eisen, invulling te geven aan vitaliteit en economie. Het is echter verontrustend dat scholen zelf deze ruimte moeten zien te vinden, zonder duidelijke beleidsrichtlijnen," vertelt Tekin.
Wettelijke burgerschapsopdracht
Het advies om de wettelijke burgerschapsopdracht verder te verduidelijken wordt overgenomen. Mbo-scholen erkennen het belang van dit onderdeel van de drievoudige kwalificerende opdracht van het mbo, maar zien verschillende risico's in de voorgestelde aanpak. Scholen vragen om een passende opdracht, maar zijn tegen voorschriften die de vrijheid van inrichting beperken. De minister streeft er in zijn beleidsreactie naar om deze ruimte te beperken. De MBO Raad verzoekt minister Dijkgraaf om terughoudendheid te zijn met maatregelen die de inrichting van burgerschapsonderwijs inperken.
Implementatie monitoring
Verder neemt de minister de aanbeveling van de expertgroep Burgerschap over om de implementatie van de nieuwe eisen in de praktijk te monitoren. Dit draagt volgens Dijkgraaf bij aan een beter beeld van de competenties van studenten op zowel school- als stelselniveau. De MBO Raad mist echter een specifiek jaartal voor de uitvoering hiervan. Daarnaast zijn er volgens Tekin nog twee zaken onduidelijk: de bekwaamheidsontwikkeling en het -onderhoud. "We kijken uit naar meer informatie hierover in de brief over de aanpak. Daarnaast zijn we benieuwd naar mogelijke richtlijnen waarbij moet worden aangetoond dat studenten een ontwikkeling hebben doorgemaakt op het gebied van burgerschap. Daar bestaan zorgen over bij onze scholen”, aldus Tekin.
Basisvaardigheden en beroepsgerichte vakken
Als het gaat om basisvaardigheden is het volgens Tekin belangrijk om niet voorbij te gaan aan deze karakteristieke elementen: “Basisvaardigheden en goed beroepsonderwijs moeten elkaar niet uitsluiten, maar juist versterken. Daar blijven we op aandringen. We vragen om die reden ook aandacht voor het, door de minister, genoemde advies van de Onderwijsraad waaruit blijkt dat het belangrijk is om in het mbo een goede samenhang aan te brengen tussen de lessen taal, rekenen en burgerschap en de beroepsgerichte vakken. Denk bijvoorbeeld aan een verpleegkundige die de juiste dosering van medicatie moet kunnen bepalen of een installateur die een offerte moet kunnen opstellen”.
Verder op ingeslagen weg
Tekin constateert daarnaast dat minister Dijkgraaf de door mbo-scholen ingeslagen weg om rekenonderwijs te versterken onderschrijft: “Dat hij op die manier het taalonderwijs (Nederlands) naar een hoger niveau wil tillen ondersteunen we. Daar zijn mbo-scholen ook goed bij betrokken. Naast de goede voorstellen zien we ook een aantal missers, bijvoorbeeld als het gaat om belangrijke kenmerken van het mbo, rekening houdend met het unieke karakter van ons onderwijs en haar studenten (vier opleidingsniveaus, twee leerwegen en diverse doelgroepen in het mbo)”.
Instromers in het mbo
Daarbij benadrukt Tekin dat er in de brieven van de minister te weinig aandacht is voor de basisvaardigheden van instromers in het mbo. “Daarmee wordt er een verwachting bij het mbo neergelegd om diverse achterstanden op te pakken en weg te werken. Dat dit veel vergt van docenten in het mbo kan niet zomaar aan voorbij worden gegaan”. De MBO Raad pleitte daarom eerder al voor een zogenoemde ketenaanpak, waarbij ook de andere onderwijstypen worden betrokken bij het wegwerken van mogelijke leerachterstanden.
Mbo-debat
De visie van minister Dijkgraaf over de versterking van het burgerschapsonderwijs zal op woensdag 13 september besproken worden in de Tweede Kamer. Op die dag zal de vaste Kamercommissie debatteren over mbo-gerelateerde onderwerpen in het zogenaamde "mbo-debat".
Professionalisering van docenten
In de brief van de minister is ook aandacht voor de versterking van de kwaliteit van docenten. De minister heeft een beleidswens dat basisvaardigheden voor studenten interessanter worden gemaakt doordat ze in de beroepscontext worden gegeven. Tegelijkertijd constateert de minister op basis van een onderzoek dat de achtergrond van een gedeelte van de docenten die basisvaardigheden geeft onvoldoende passend is. De minister kondigt aan dat hij als oplossing bevoegdheden voor basisvaardigheden in het mbo wil invoeren.
De MBO Raad stelt echter dat het introduceren van bevoegdheden voor basisvaardigheden in het mbo niet werkt. Dit zou namelijk betekenen dat er binnen het mbo twee verschillende systemen van bevoegdheden bestaan en dat de wens om basisvaardigheden in de beroepscontext te geven wordt belemmerd doordat de beroepscontext niet meegenomen wordt in de lerarenopleidingen. Door deze mogelijk oplossing van de minister zal het lerarentekort alleen maar groter worden. Bovendien rechtvaardigen de uitkomsten van het onderzoek de voorgestelde oplossing van bevoegdheden niet.
Gelukkig biedt de minister in de brief ruimte om in het mbo te werken met een ander systeem van bevoegdheden dan in het primair- en voorgezet onderwijs. De MBO Raad ziet ruimte om binnen het bestaande systeem betere afspraken te maken over wat een passende achtergrond is voor het verzorgen van bepaalde vakken en wat daarbij passende professionaliseringsactiviteiten zijn. Conform afspraken in de werkagenda mbo zijn scholen ook aan de slag met hun professionaliseringsbeleid. Daarnaast gaat de MBO Raad op basis van de resultaten van het onderzoek graag in gesprek met de minister over een passende oplossing.