Kruimelpad
Vijf vragen over de Werkagenda mbo
17 februari 2023 12:00Op 14 februari zetten vertegenwoordigers namens studenten, mbo-scholen, docenten en (onderwijsgevende) medewerkers, werkgevers, gemeenten en het ministerie van OC&W hun handtekening onder de ‘Werkagenda mbo’; hét bewijs dat steeds meer partijen de waarde en het belang inzien van (versterking van) het mbo.
Waarom een Werkagenda mbo?
De mbo-studenten van nu bedenken en maken de oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen van morgen. Ze zijn hard nodig om Nederland een toekomst te geven. Dat vraagt om een versterkt mbo. Een brede coalitie van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB MBO), Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO), de MBO Raad, de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO), VNO-NCW / MKB-Nederland, Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG), Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft alle denkkracht en creativiteit in en rond het beroepsonderwijs gemobiliseerd om zo het mbo verder te verbeteren en te ontwikkelen. Hun ambities zijn vertaald naar de ‘Werkagenda mbo’.
Waarom doen er zoveel partijen mee?
De Werkagenda mbo is de opvolger van het Bestuursakkoord mbo ‘Trots, vertrouwen en lef’ (2018-2022). Dit was een akkoord tussen de MBO Raad en het ministerie van OCW. In de Werkagenda mbo draait het om het ‘Samen werken aan Talent’. Concreet: de persoonlijke groei van de mbo-student en een gelijkwaardige positionering van het mbo. Kijkend naar de uitdagingen in onze samenleving, kan dat alleen maar door het maken van gezamenlijke afspraken en een goede onderlinge rolverdeling tussen alle betrokken partijen. In de Werkagenda staan de belangrijkste ambities voor het mbo en wat ieders inzet is om deze waar te maken.
Welke rol speelt de MBO Raad bij de totstandkoming van de werkagenda?
De regeringspartijen hebben in het Coalitieakkoord hun ambities voor het mbo voor de komende jaren beschreven. De Werkagenda mbo is een uitwerking van dit akkoord, waaraan verantwoordelijk minister Dijkgraaf zijn eigen accenten heeft toegevoegd. Van alle betrokken partijen zijn de mbo-scholen de grootste en tegelijkertijd belangrijkste stakeholder. Als belangenbehartiger van deze scholen heeft de MBO Raad de gesprekken over de Werkagenda gevoerd. Per thema is mandaat opgehaald bij de leden, en als inzet meegenomen naar de onderhandelingen. Vanuit het bestuur zaten namens de MBO Raad Oege de Jong, Bert Beun en Gabe van der Zee met elk hun portefeuille en voorzitter Adnan Tekin aan de onderhandelingstafel.
Wat zijn de belangrijkste thema’s?
In de Werkagenda mbo draait het om drie centrale prioriteiten. Allereerst is dat het bevorderen van kansengelijkheid voor mbo-studenten. Bijvoorbeeld door verbetering van hun welzijn en het streven naar een gelijkwaardige positieve ten opzichte van studenten in het hoger onderwijs. Tweede prioriteit is een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zodat alle studenten straks een duurzaam arbeidsperspectief hebben. Mooie doelstelling hier is de aanpak van stagediscriminatie die is uitgewerkt in het Stagepact. Derde thema is de verbetering van onderwijskwaliteit, onderzoek en innovatie. Doelstellingen hier zijn onder meer extra aandacht voor werkdruk en het carrièreperspectief voor onderwijspersoneel en de inzet op basisvaardigheden.
Wat merken mbo-scholen ervan?
Om uitvoering te geven aan de doelstellingen van de Werkagenda mbo maken alle mbo-scholen de komende periode een eigen kwaliteitsagenda, passend bij hun eigen strategisch plan. Zij kiezen zelf of en hoe zij inzetten op doelstellingen, met wie of welke regionale partners zij dat doen en welke maatregelen zij hiervoor inzetten. Daarnaast besteden scholen tijd en geld aan verschillende acties uit de overkoepelende Werkagenda mbo, zoals aandacht voor carrièreperspectief van onderwijspersoneel, stagediscriminatie, LOB en practoraten.