Kruimelpad
werkagenda afhankelijk van extra investeringen
01 juli 2022 12:00De vandaag gepresenteerde Werkagenda Leraren biedt een goede basis voor gesprekken die de MBO Raad voert met de minister van OCW over de werkdrukaanpak, professionalisering en verbetering van het carrièreperspectief voor docenten in het mbo. Adnan Tekin, voorzitter: “We hebben samen met de werknemersorganisaties meerdere malen aandacht gevraagd voor de nodige extra investeringen in het mbo. Laten we de lijn die de ministers nu met het Onderwijsakkoord en de Werkagenda Leraren inzetten voor po en vo, doortrekken naar het mbo.”
Investeringen in po en vo
Het zittende kabinet heeft in het Onderwijsakkoord Samen voor het beste onderwijs structureel € 1,5 miljard vrijgemaakt voor het funderend onderwijs. “Absolute noodzaak: een stevige basis is voor kinderen en jongeren een voorwaarde om in het beroepsonderwijs maar ook in de samenleving mee te kunnen. Goed kunnen lezen, spellen, rekenen, een bepaald niveau van algemene kennis is gewoon nodig. Daar horen goede docenten bij in beide sectoren die gewaardeerd worden en daar ook naar beloond worden. Zonder onderscheid. Daarmee neemt de waarde en de aantrekkingskracht van het beroep ook toe.” De aan het Onderwijsakkoord verbonden Werkagenda Leraren moet de werkomgeving van de onderwijsprofessional aantrekkelijker maken en de onderwijsarbeidsmarkt en de aanpak van de tekorten te verbeteren. De Werkagenda Leraren is zonder aandacht voor serieuze betrokkenheid van de MBO Raad tot stand gekomen. “We rekenen daarom op het overleg dat we hebben met het ministerie en de minister over de werkagenda mbo om alsnog extra investeringen in het mbo te realiseren.”
Uitblijven investeringen in mbo-docenten
In de werkagenda mbo legt de MBO Raad namens de scholen met het ministerie vast hoe de scholen met goed beroepsonderwijs gaan bijdragen aan de ambities van het kabinet en de minister. Kern is de ontwikkeling van economie en samenleving en de maatschappelijke uitdagingen die daarmee zijn verbonden, zoals het opleiden van voldoende goed gekwalificeerde vakmensen voor onder meer de klimaattransitie en de aanpak van tekorten in diverse sectoren. Randvoorwaardelijk voor scholen om te kunnen bijdragen is dat ze voldoende gefaciliteerd worden in de nodige investeringen. Tekin: “We zetten dus ook in op extra investeringen voor het aanpakken van de werkdruk in het mbo, voor professionalisering en voor het verbeteren van het carrièreperspectief. Ook in het mbo staat de aantrekkingskracht van het beroep onder druk, onder andere door verschillen in carrièreperspectief.” Voor het opheffen van de verschillen zijn de scholen afhankelijk van de overheid: met de werknemersorganisaties vraagt de MBO Raad daarom bij het ministerie en in de Tweede Kamer aandacht voor de vereiste oplossingen. Tot nu toe zonder resultaat.
Verbetering positie docenten voorwaarde
Het Onderwijsakkoord en de daarbij behorende werkagenda Leraren ziet de MBO Raad als beloftevol richting de werkagenda mbo. “Het ministerie van OCW pakt daarmee de regie om allerlei lopende en nieuwe trajecten met elkaar te verbinden. Met hun handtekening erkennen de ministers het belang van investeringen in voldoende, goed opgeleide docenten in het po en vo. Dat geldt dan ook voor het mbo en past bij de boodschap die het kabinet actief uitdraagt: economie en samenleving kunnen niet zonder de vakmensen die in het mbo worden opgeleid. De overheid moet dan bereid zijn om extra te investeren in juist de docenten. Om de afspraken in de onder meer van het kabinetsakkoord afgeleide werkagenda mbo te kunnen uitvoeren, hebben we voldoende, goed opgeleide docenten nodig die zich gewaardeerd weten. Niet alleen in woorden maar ook in verlaging van de werkdruk, beloning en mogelijkheden om zich te ontwikkelen. We gaan ervan uit dat de minister het met ons eens is dat verbetering van hun positie een voorwaarde is om echt tot werkbare en uitvoerbare afspraken te kunnen komen in onze gezamenlijke werkagenda.”