Aanpak schooluitval
De oorzaken voor schooluitval zijn divers en de overheid probeert dan ook op verschillende manieren het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen. Kinderen van vijf tot zestien jaar zijn allereerst gehouden aan de leerplicht. Voor jongeren van zestien tot achttien jaar geldt sinds 2007 de kwalificatieplicht: zij moeten voltijdonderwijs volgen tot zij een startkwalificatie hebben.
Daarnaast stelt de regering per jaar 80 miljoen euro beschikbaar aan scholen en gemeenten om via meerjarige regionale programma’s het aantal vsv’ers terug te dringen. Door maatwerk te leveren krijgen jongeren de hulp die zij nodig hebben. Sinds 2019 ontvangen mbo-scholen extra middelen voor de kwaliteitsafspraken mbo. In hun kwaliteitsplan nemen de mbo-scholen onder andere ambities op over jongeren in een kwetsbare positie. Maatregelen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen zijn daar een onderdeel van.
Het beleid richt zich zowel op het school- als bovenschoolniveau. In het eerste geval gaat het over de vraag wat docenten, decanen en studentenbegeleiders kunnen doen om te voorkomen dat jongeren niet langer naar school gaan. Dit krijgt vorm in diverse projecten. Zo brengt in Eindhoven het PSV jongerenteam maandelijks een bezoek aan een middelbare school om met jongeren te praten over persoonlijke problemen en het belang van een diploma.
Op bovenschoolsniveau vindt samenwerking plaats tussen scholen, gemeenten en het bedrijfsleven. In Amsterdam en Rotterdam heeft de gemeente de scholen geholpen met de opzet van Plusvoorzieningen. Hiermee kunnen jongeren met problemen met de juiste zorg en begeleiding op weg worden geholpen naar het reguliere onderwijs of de arbeidsmarkt.