De Staat van het Onderwijs 2024: erkenning mbo, verbeteren basisvaardigheden en aandacht studentenwelzijn

18 april 2024 12:00

Meer erkenning voor het mbo, verbeteren van de basisvaardigheden en aandacht voor studentenwelzijn. Deze kernthema's komen naar voren in de Staat van het Onderwijs 2024, gepubliceerd door de Inspectie van het Onderwijs. "Het is positief dat de Inspectie nu ook de waarde van het mbo-onderwijs voor de samenleving ziet en erkent dat onze scholen kwalitatief goede opleidingen aanbieden, als solide basis voor onze studenten en hun functioneren in de maatschappij. Maar er is ook nog ruimte voor verbetering, waar onze scholen zich graag voor inzetten," reageert Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad.

Aanpak basisvaardigheden

In de Staat van het Onderwijs wordt veel nadruk gelegd op de basisvaardigheden van jongeren. De Inspectie constateert dat steeds meer leerlingen en studenten de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap onvoldoende beheersen, terwijl deze essentieel zijn voor het zelfstandig functioneren in de maatschappij. In het mbo behaalt een aanzienlijke meerderheid het wettelijk vastgestelde referentieniveau voor lezen en luisteren, wat positief is, aldus Tekin: "Het is goed dat de Inspectie van het Onderwijs inzicht biedt in hoe het ervoor staat met de basisvaardigheden in het mbo, iets wat voorheen niet het geval was. Toch betreden veel leerlingen ons onderwijs met een te laag basisvaardighedenniveau. Hierdoor moeten we als mbo een inhaalslag maken, terwijl onze prioriteit juist zou moeten liggen bij het verzekeren dat onze studenten vakbekwaam worden. De aanpak van de basisvaardigheden en het zorgen voor verbetering vergt een gezamenlijke inspanning in het gehele onderwijs. Daarbij horen ook de noodzakelijke extra middelen voor mbo-scholen om de achterstanden zoveel mogelijk weg te werken."

Aandacht studentenwelzijn

Een van de aanbevelingen van de Inspectie van het Onderwijs is dat scholen ervoor moeten zorgen dat de aandacht weer primair op de student gericht is. Dit betekent concreet dat scholen een rol kunnen spelen in hoe studenten zich gehoord of gezien voelen. "Het welzijn van onze studenten staat voor ons centraal. We constateren op brede schaal een afname van studentenwelzijn. Dit baart ons zorgen, en daarom behoort dit thema tot een van onze prioriteiten. Zo is het verbeteren van het studentenwelzijn een van de doelstellingen van de Werkagenda mbo. Onze scholen spannen zich in om studenten te ondersteunen, maar helaas is het welzijn van studenten een breder maatschappelijk probleem dat zich ook binnen de scholen manifesteert. Het verbeteren van het studentenwelzijn vereist dan ook een integrale aanpak van zowel de school als zorginstanties," zegt Tekin.

Inspelen op krimp

In het rapport wordt ook aandacht besteed aan het thema krimp. Duidelijk is dat het aantal mbo-studenten de komende jaren zal afnemen, ondanks de groei van bepaalde opleidingsvormen (zoals bbl) en specifieke groepen die voor het mbo kiezen (zoals havisten). Volgens voorspellingen van het ministerie van OCW daalt het aantal mbo-studenten de komende jaren verder van ongeveer 475.000 tot zo'n 450.000 in 2030. "Vooral in krimpregio’s is sprake van een snelle daling, deels vanwege de vergrijzing", legt Tekin uit. "Hierdoor wordt het voor onze scholen een uitdaging om in elke regio een volwaardig onderwijsaanbod te handhaven. Dit kan mogelijk de toegankelijkheid van het mbo, een belangrijke pijler van ons onderwijs, aantasten." Het is daarom cruciaal dat studenten blijven kiezen voor het mbo, benadrukt Tekin. "En hierbij gaat het niet alleen om initiële studenten, maar ook om bij- en omscholers. Als MBO Raad pleiten we al geruime tijd voor een regeling voor de publieke bekostiging van onderwijs voor volwassenen, inclusief een systeem van individuele leerrechten. Daar hebben we grote ambities voor. Ik roep het toekomstige kabinet dan ook op concrete stappen te zetten in deze richting."