‘Haal de drempels naar het beroepsonderwijs weg’

16 januari 2024 12:00

De in- en doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs naar het mbo en hbo stokt, terwijl vakmensen juist harder nodig zijn dan ooit. Versterking van het beroepsonderwijs is noodzakelijk om in de vraag naar goed personeel te voorzien én jongeren te laten kiezen wat ze écht willen. MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin schreef samen met VO Raad-voorzitter Henk Hagoort en Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen, hierover het volgende opiniestuk dat op 16 januari jl. in De Telegraaf verscheen.

Eind oktober riep demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf alle 200.000 havo- en vwo-eindexamenleerlingen in een brief op om bij hun studiekeuze een vervolgstap naar het mbo te overwegen. Die actie was allesbehalve symbolisch. Door personeelstekorten in vitale sectoren en de toenemende behoefte aan vakmensen voor het oplossen van complexe transitieopgaven is het beroepsonderwijs belangrijker dan ooit. Dat het maar niet wil vlotten met de beroepsonderwijsaanwas heeft veel, zo niet alles te maken met het ‘opwaartse druk’-fenomeen. De meeste jongeren opteren nog steeds voor de kansrijke route van een ‘zo hoog mogelijke opleiding’ met zijn vele mogelijkheden tijdens en na de schoolloopbaan. Deze keuze is lang niet altijd terecht en bovenal een gemiste kans.

Gelijke waardering

Cruciaal in een goed onderwijssysteem is een gelijke waardering van praktijkgerichte en theoretische vaardigheden. Het bevordert de kansengelijkheid en gaat segregatie tegen. Bovendien ontdekken en ontwikkelen jongeren er hun (soms onvermoede) talenten. Eenmaal actief op de arbeidsmarkt, bouwen ze er als professionals hun skills verder uit. Versterking van het beroepsonderwijs zou moeten beginnen bij een brede(re) kennismaking met praktijkgerichte vaardigheden in het primair onderwijs (po), waarna álle leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) theoretische én praktische vakken krijgen aangeboden om zich écht een goed beeld te vormen van wat er ‘allemaal kan’ en wat het best bij hen past. Vroege selectie in het funderend onderwijs kan een leerling een richting in sturen die niet past.  

Driejarige onderbouw

We voelen daarom veel voor een driejarige onderbouw in het vo, met flexibele leerroutes die aansluiten bij ieders ontwikkeltempo, individuele interesses en talenten. Vmbo-leerlingen zitten zo niet al vanaf (te) jonge leeftijd vast aan hun opleidingsroute, terwijl praktijkgerichte havisten en vwo’ers juist gerichter hun weg naar het beroepsonderwijs vinden. Om latere selectie optimaal te faciliteren, breiden we het aantal brede scholen uit. Leerlingen kunnen hier eenvoudiger switchen tussen vakken, activiteiten en leerwegen, zodat ze bewuster, vanuit een positief gevoel, kiezen voor een opleiding in het beroepsonderwijs.   

Drempelloos doorstromen

Als de beroepsopleidingen goed samenwerken, kunnen jongeren vanuit het vo drempelloos doorstromen naar het mbo en, voor wie wil, het hbo. Er kan een waaier van vervolgopleidingen ontstaan met voor elk wat wils, ook na afronding van de schoolcarrière. Juist de zo noodzakelijke vakmensen van morgen moeten zich kunnen blijven ontwikkelen, op de arbeidsmarkt en dus in de samenleving. Maken we van Leven Lang Ontwikkelen (LLO) een publieke taak, dan voorzien we in die behoefte én versterken we onze leercultuur. Dubbele winst dus. 

Krachtenbundeling

Voor het welslagen van de sterke beroepsroute is ten slotte regionale samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheden een must. Krachtenbundeling door scholen die bijvoorbeeld docenten uitwisselen of praktijkfaciliteiten delen, helpt (elkaars) expertise en faciliteiten beter te benutten. Er is werk aan de winkel. Leg nú die noodzakelijke basis voor sterker beroepsonderwijs. Want er is maar één toekomst. En die maken we samen.