Open brief aan nieuw kabinet: 'Richt je niet op llo-aanbod, maar op ontwikkeling van de vráág'

01 november 2023 12:00

Geachte politieke partijen,

Met deze open brief wil ik de aandacht eens niet vestigen op het ontwikkelen van het llo-aanbod. Daar worden nu al goede stappen gezet met de LLO-Katalysator en de voorzichtige stapjes die door de politiek worden gemaakt. Ik wil mij vooral richten op de ontwikkeling van de vráág. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de werknemers wel op onze (mbo)deur gaan kloppen en dat het onderwijsaanbod aansluit op de wensen van werknemers en bedrijfsleven?

Leven lang ontwikkelen is belangrijk voor ‘iedereen’

Al jaren roepen we dat llo (leven lang ontwikkelen) belangrijk is. Het is goed voor werknemers, voor het bedrijfsleven, voor de economie en dus voor de samenleving. Kortom: het lijkt erop dat we llo allemaal belangrijk vinden. Niet alleen nu, maar al gedurende lange tijd. Noemden we het dertig jaar geleden nog permanente educatie, werd het daarna leven lang leren en noemen we het nu leven lang ontwikkelen, steeds was het dezelfde boodschap: je moet je blijven ontwikkelen om je weerbaarheid op de arbeidsmarkt op peil te houden. Zeker in deze tijd van grote veranderingen in de economie hebben we een bijdetijds geschoolde beroepsbevolking hard nodig. Als we llo al zo lang belangrijk vinden, waarom groeit het aantal mensen dat zich blijft ontwikkelen dan zo traag? Waarom bonst niet elke werknemer op de deuren van onderwijsinstellingen om extra scholing te krijgen? 

Nieuwsgierigheid stimuleren

Het valt mij op dat veel jonge mensen bij het verlaten van onze scholen ontzettend blij zijn. Niet alleen omdat ze een diploma hebben ontvangen, maar ook omdat aan hun onderwijscarrière een einde is gekomen. Op de een of andere manier slagen we er onvoldoende in om hun nieuwsgierigheid te stimuleren, waardoor hun honger naar nieuwe vaardigheden en kennis nimmer gestild wordt. We doen dus iets niet goed in ons initieel onderwijs. Dat geldt niet alleen voor het mbo, maar misschien nog wel meer voor het po en vo. De nadruk op basisvaardigheden – hoe belangrijk ook – helpt niet om de nieuwsgierigheid bij jonge mensen te ontwikkelen. We moeten de ruimte krijgen en vooral ook pakken om het onderwijs zo vorm te geven dat jonge mensen niet met fiscale maatregelen verleid moeten worden om zich permanent te willen ontwikkelen, maar dat ze dat vanuit henzelf willen doen. 

Hoezo mooi aanbod?

Een tweede reden waarom de deelname aan llo achterblijft bij de verwachtingen, kan liggen in het scholingsaanbod. Want als het aanbod niet aansluit bij de behoefte, zal er weinig gebruik van worden gemaakt. We hebben van alles in de aanbieding. Zo zijn we druk bezig met de modularisering van het onderwijs en de ontwikkeling van keuzedelen. Dat is vaak de basis van het llo-aanbod. We denken dat we daarmee een mooi aanbod hebben ontwikkeld. Maar weten we dat wel zeker? Als we de gesprekken met het bedrijfsleven aangaan blijkt dat ze kritisch op ons aanbod zijn. Op onze wedervraag wat ze dan wel willen hebben, blijft het vaak stil. Zeker in sectoren waar veel kleinere bedrijven actief zijn. Die hebben niet de tijd om lang na te denken over wat hun medewerkers allemaal moeten kunnen en kennen. 

 

Tijd, ruimte en samenwerking

Wil het onderwijs als een educatieve partner samen met het bedrijfsleven het llo-aanbod ontwikkelen, dan moet daar tijd en ruimte voor worden gemaakt. Onderwijs en bedrijfsleven moeten samen nagaan welke kennis en vaardigheden nodig zijn. Dat gaat niet zomaar. Individuele scholen moeten dit met het regionale bedrijfsleven oppakken. Deze samenwerking moet een duurzaam karakter hebben, want we moeten het aanbod steeds aanpassen aan de actuele ontwikkelingen. Hiervoor is geld nodig, want scholen doen dit er niet zomaar even bij. Het bedrijfsleven evenmin. Dus kijken we naar overheden. Zij moeten geld investeren om deze samenwerking op te bouwen. Samen met de regionale partners, zodat uiteindelijk een passend aanbod tot stand kan komen.

Lange adem

Als de politiek deze twee hartenkreten ter harte wil nemen, kan ze een belangrijke bijdrage leveren aan een grotere deelname aan llo. Sommigen zullen teleurgesteld zijn dat ik geen hapklare maatregelen heb voorgesteld, maar als de cultuur een verandering moet ondergaan, weten we dat een lange adem nodig is.

 

Met vriendelijk groet,

Jan Jacob van Dijk, voorzitter college van bestuur Christelijke Onderwijs Groep (COG)