Als jongeren goed inzicht hebben in hun talenten, drijfveren en mogelijkheden, zijn ze beter in staat een weloverwogen keuze te maken voor een beroep of vervolgopleiding. Om ze daarbij te helpen, ontwikkelen mbo-scholen een eigen visie en beleid op loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB), voeren ze LOB-activiteiten uit en investeren ze in de professionalisering van hun docenten. Ton Heerts: “Om mbo-scholen daarin bij te staan, hebben we samen met JOB, gesteund door het ministerie van OCW, deze ambitie-agenda opgesteld.” De betrokkenheid van JOB bij het maken van deze agenda vinden beide voorzitters van essentieel belang. Roosmarijn Dam: “Uit de JOB-monitor, ons studententevredenheidsonderzoek, bleek dat studenten niet op elke school even tevreden zijn over LOB. Niet elke school is er even ver mee, terwijl het voor studenten heel belangrijk is. We wilden dus graag meedenken om LOB op elke school op het gewenste peil te krijgen.”
Inhoud van de agenda
De looptijd van de ambitieagenda is drie jaar. Een school kan de agenda in drie verschillende fases gebruiken: bij de start, uitvoering en evaluatie van LOB. Studentenraden krijgen een actieve rol: zij zijn gesprekspartner van schoolbestuurders bij ontwikkeling van de visie op en het beleid rond LOB. Ook toezicht is geborgd: de Inspectie van het Onderwijs toetst het LOB-beleid en de praktische vormgeving van de mbo-scholen en kan in bestuurlijk gesprekken met scholen de visie en het beleid over LOB aan de orde stellen. Voor support en kennisdeling kunnen de scholen een beroep doen op het Expertisepunt LOB dat diverse tools heeft ontwikkeld. Het expertisepunt zorgt ook voor de monitoring van de agenda.