Kijken naar de feiten: haal het maximale uit de bestaande infrastructuur

30 oktober 2023 12:00

In veel verkiezingsprogramma’s is aandacht voor (verbeter)maatregelen om mensen die dat nodig hebben aan te laten haken op wat de arbeidsmarkt en samenleving van ze vragen. Sommige politieke partijen bepleiten de opzet van nieuwe structuren, om bepaalde doelgroepen (beter) te bereiken en te scholen. Maar is dat wel nodig?

Laten we een analyse los op de standpunten van politieke partijen over de (her)inrichting van het sociaal domein, dan worden we vooral bevestigd in het feit dat we als MBO Raad al aan veel van die punten werken. ‘Meer leerwerktrajecten’. ‘Inburgeringsonderwijs op reguliere onderwijsinstellingen’. ‘Nieuwkomers en laaggeletterden naar schakelklassen om beter te worden in basisvaardigheden’. ‘Plekken waar mensen terechtkunnen met vragen over werk, loopbaan, scholing en laaggeletterdheid’. Zie hier een aantal voorbeelden van hoe de ‘politiek’ in de breedte naar het thema ‘opstap mbo’ (sociaal domein) kijkt. 

Onmisbare rol van het mbo

Als antwoord op de door partijen geopperde (verbeter)maatregelen in het sociale domein, kunnen we zeggen dat het mbo als maatschappelijk partner een onmisbare rol speelt bij het (samen) oplossen van sociaal maatschappelijke vraagstukken. De publiek bekostigde mbo-scholen hebben een uitgebreide infrastructuur en jarenlange expertise om een brede doelgroep mensen op te leiden en ervoor te zorgen dat zij volwaardig mee kunnen doen in de samenleving en een duurzame plek krijgen op de arbeidsmarkt. We zien het als onze opdracht om iedereen deze kans te bieden: jongeren en volwassenen, in Nederland geboren en getogen of juist daarbuiten, werkend of op zoek naar werk. 

Sluitende, integrale aanpak

Dat ‘iedereen een kans bieden’ vertaalt zich naar een breed aanbod voor een heel diverse doelgroep mensen. Zo organiseren mbo-scholen leerwerktrajecten voor jongeren, voor mensen die aan het werk zijn of willen óf voor jongeren en volwassenen die vanuit een andere positie willen werken aan basis- en beroepsvaardigheden. Verder maken duale trajecten deel uit van het mbo-programma, waarbij bijvoorbeeld nieuwkomers de taal leren en tegelijkertijd aan beroepsvaardigheden werken via trajecten als ‘taal op de werkvloer’. Om dit te bereiken werkt het mbo regionaal intensief samen met partijen als het UWV, werkgevers en maatschappelijke en zorgorganisaties. Die samenwerking is ook hard nodig om een sluitende, integrale aanpak te realiseren voor passend en toegankelijk mbo-onderwijs voor al die verschillende doelgroepen.

Randvoorwaarden en ruimte

Anders dan wat sommige partijen in hun verkiezingsprogramma opperen hebben we geen nieuwe structuren nodig om al die doelgroepen in dat sociaal domein nog beter, anders of sneller te bedienen. Die structuren zijn er al binnen het publiek bekostigd mbo. Waar het nu soms aan ontbreekt zijn de randvoorwaarden en de ruimte om die bestaande structuren gericht(er) in te zetten. Het onderwijs in basisvaardigheden voor volwassene is bijvoorbeeld geen wettelijke taak van het mbo, net als llo-trajecten voor mensen in een uitkering die graag weer aan het werk willen. De gemeenten bepalen momenteel het beleid en verdelen de middelen, waardoor het beleid er overal anders uitziet. 

Wat hebben we nodig?

Vanuit maatschappelijk oogpunt moeten en kunnen we vanuit de publieke bekostigde instellingen samenwerken om ervoor te zorgen dat iedereen een passende plek in de maatschappij heeft en/of duurzaam op de arbeidsmarkt inzetbaar is. Daar zijn geen nieuwe structuren voor nodig. We pleiten daarom voor het beter benutten van de publieke infrastructuur van het mbo, onder andere door een meer structurele financiering en opdracht voor het mbo. Het mbo hoeft niet de enige aanbieder te zijn, maar het mbo beschikt wél over de kennis, expertise en middelen om gecombineerde scholingstrajecten (beroepsvaardigheden/basisvaardigheden) te verzorgen. Alleen worden die mogelijkheden, in de huidige situatie, niet optimaal benut. Pas als er een publieke opdracht komt, kunnen we deze trajecten breder en structureler inzetten. Door passende, realistische kaders en middelen én langdurige financiële zekerheid ontstaat een nog structureler aanbod met een landelijke dekking. Wie wil dat nu niet?