De aanwezigen maakten een aanzet tot het formuleren van speerpunten voor de komende vier jaar voor het opleiden van mbo-leraren. Centraal stonden de vragen: wat hebben we in 2025 gerealiseerd en waar werken we samen naartoe?
Bij één van de gesprekken aan tafel werd al snel duidelijk dat het credo ‘onbekend maakt onbemind’ geldt voor het willen lesgeven in het mbo. Aan een andere tafel spitste de discussie zich vooral toe op de vraag in hoeverre een aankomende student intrinsiek gemotiveerd is om docent beroepsonderwijs te willen worden. Het imago van het mbo had volgens de deelnemers grote invloed op de instroom van nieuwe docenten in het beroepsonderwijs.
Inleidend op het tweede sprak Yvonne Visser directeur Instituut Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Volgens haar zijn meer opleidingsscholen in het mbo nodig. Jeanette Noordijk, voorzitter van het college van bestuur van Koning Willem I College, haakte hier op aan en pleitte om door te gaan met opleidingsscholen.
Meedenkgroep
Frank van Hout, portefeuillehouder werkgeverszaken in het bestuur van de MBO Raad, concludeerde aan het einde van de avond: “Wat opvalt zijn de grote parellellen tussen hoe je lerarenopleidingen in wilt richten en hoe je mbo-opleidingen wilt inrichten. Centraal staat de driehoek bedrijfsleven, mbo en lerarenopleidingen. Tot nu toe is het een bilateraal gesprek, dat moeten we uitbreiden.” Ook gaf Van Hout aan dat Opleiden in de school de norm zou moeten worden. “Dat kan alleen maar als we het losrukken van ingewikkelde subsidietrajecten waar je soms wel voor wordt toegelaten, maar soms ook niet."
Samen met Nienke Meijer (portefeuillehouder lerarenopleidingen in het bestuur van de Vereniging Hogescholen) sloot hij de avond af. Zij gaven mee dat het gezelschap van deze avond kan fungeren als meedenkgroep. Zo is het mogelijk om tot een gezamenlijke agenda te komen.