Bij Leergeld Nederland stijgt het aantal aanvragen van minimagezinnen voor de vergoeding van schoolkosten voor minderjarige leerplichtige kinderen in het mbo. Gemeenten krijgen meer aanvragen voor bijzondere bijstand. Bij mbo-scholen wordt steeds vaker een beroep gedaan op de noodfondsen van mbo-scholen.
De toename van het aantal aanvragen voor financiële steun bij Leergeld Nederland, de scholen en de gemeenten is het gevolg van de afschaffing van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen (WTOS). Het budget is overgegaan naar het kindgebonden budget dat wordt verdeeld over meer minimagezinnen. Ook minimagezinnen met minderjarige leerlingen op het voortgezet onderwijs delen in dit budget; zij krijgen gratis schoolboeken. Dit gaat ten koste van het budget voor minimagezinnen met kinderen op het mbo die hogere schoolkosten moeten betalen.
De opleidingsgebonden kosten, die de mbo-student betalen, variëren sterk per opleiding. De kosten kunnen hoog oplopen omdat er niet alleen boeken nodig zijn, maar bijvoorbeeld ook persoonsgebonden leermiddelen zoals gereedschap, een knip- of een messenset. Ook de reiskosten naar de stageplek kunnen hoog oplopen omdat de invoering van de ov-kaart is uitgesteld tot 1 januari 2017.
Kabinet moet financiële drempels wegnemen
De overheid stimuleert jongeren tot 18 jaar een startkwalificatie te halen in de vorm van minimaal een havo- of mbo-diploma op niveau 2 (kwalificerende leerplicht). Dat vergroot de kans op een baan en draagt bij aan het voorkomen van schooluitval. De ondertekenaars van dit pamflet, Leergeld Nederland, JOB, VNG en de MBO Raad, zijn van mening dat de overheid deze doelstellingen kracht bij moet zetten door financiële drempels voor minder draagkrachtige leerplichtige jongeren voor het volgen van onderwijs weg te nemen. De afschaffing van de WTOS heeft grote negatieve effecten voor mbo’ers van 16 en 17 jaar voor het kunnen volgen van een opleiding. Dat kan schooluitval in de hand werken en de kansen op het halen van een diploma verkleinen.