De minister heeft haar plan vormgegeven in conceptwetgeving en stelt deze open voor een internetconsultatie. De middelen (10 miljoen euro) zullen worden toegevoegd aan de tijdelijke voorziening leermiddelen die door het vorige kabinet was opgezet om financieel minder draagkrachtige studenten en/of hun ouders te helpen bij het betalen van schoolkosten. Deze wordt met dit wetsvoorstel structureel gemaakt, en dus uitgebreid met studenten die om bepaalde redenen studievertraging oplopen.
Heerts: “Natuurlijk moeten drempels die deze studenten beperken om een opleiding binnen de daarvoor bepaalde tijd te kunnen volgen, worden geslecht. Met een goede beroepsopleiding worden zwangere studenten in staat gesteld hun gezin te onderhouden. Als op deze manier mogelijk wordt dat ze hun opleiding met studievertraging kunnen afronden is dat alleen maar goed.”
Externe betrokkenheid
Waar de tijdelijke voorziening leermiddelen voorziet in externe betrokkenheid van bijvoorbeeld een instantie als de Stichting Leergeld om de inkomenstoets te doen en scholen te adviseren welke student voor de regeling in aanmerking komt, lijkt de nieuwe regeling daarin af te wijken. Heerts: “En dat vinden we geen goed nieuws. Scholen moeten zich kunnen bezighouden met goed onderwijs. En niet met bepalen welke student wel of niet in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. Dat kan de verhouding tussen scholen en studenten onbedoeld op scherp zetten, met ongewenste gevolgen zoals rechtszaken, of via de media uitgevente geschillen."
De MBO Raad zal er daarom bij de minister en (indien nodig) bij de Kamerleden als de wet in de Kamer wordt behandeld op aandringen deze taak niet bij de scholen neer te leggen. Heerts: “Help de scholen en de studenten om wie het gaat door scholen de ruimte geven daar een onafhankelijke externe partij bij te betrekken die onder meer kan adviseren op basis van bijvoorbeeld een inkomenstoets zodat elke student die écht recht op ondersteuning heeft die ook kan krijgen. Daarmee kunnen we veel leed voorkomen.”
Mbo-verklaring en benaming 'student'
De doelgroep van het fonds zal ook worden uitgebreid met studenten die vertraging kunnen oplopen omdat ze zich maatschappelijk inzetten door in de studentenraad zitting te nemen. Heerts: “Dat is natuurlijk een goede zaak. Zo kunnen we voor studenten die werk willen maken van medezeggenschap ook iets doen.”
De MBO Raad zal het wetsvoorstel ‘versterken positie mbo-studenten’, dat overigens naast het studentenfonds, ook de benaming ‘student’ en een mbo-verklaring regelt voor studenten die geen diploma kunnen halen, goed bestuderen. Eerste aandachtspunten zijn onder meer de uitvoerbaarheid van de regeling voor de scholen en de beschikbaarheid van middelen: is 10 miljoen euro voldoende voor deze categorieën?